Sensorische box

Vanaf de achterkant kunnen verschillende items gemakkelijk in de doos worden geplaatst zodat je kunnen voelen. De hoge voorkant met twee greepgaten en manchetten is een geweldig privacyscherm, zodat je niet vals spelen bij het raden van het sensorische materiaal. De zijkant van de doos heeft twee gripgaten voor gemakkelijk dragen. Makkelijk op te bergen omdat het eenvoudig en stabiel in elkaar te zetten is.Er zijn verschillende oefeningen vanuit de ACT die je met deze sensorische box kan inzetten. Hieronder staan een aantal voorbeelden.

Materiaal: onbehandeld multiplex en katoen
Afmetingen: 34 x 32 x 20 cm
Leeftijdsbeperking: 3 jaar

WAARSCHUWING! Niet geschikt voor kinderen onder de 36 maanden i.v.m. kleine onderdelen, verstikkingsgevaar!

 

Oefening 1: Voelen zonder te oordelen

Doel: Vergroten van mindfulness en acceptatie van interne ervaringen

Uitleg:

  • Laat de cliënt een voorwerp uit de sensorische doos halen zonder te kijken.

  • Vraag hen om het voorwerp met gesloten ogen te verkennen.

  • Stel vragen:

    • "Wat voel je? Is het zacht, hard, warm, ruw?"

    • "Kun je opmerken wat je vindt zonder het te willen veranderen?"

  • Laat de cliënt woorden geven aan de sensaties, niet aan het voorwerp zelf ("ik voel iets stekeligs" in plaats van "dit is een borstel").

  • Observeer eventuele oordelen ("ik vind dit naar") en begeleid ze in het toelaten daarvan.

Transfer:
In het dagelijks leven komen we ook ervaringen tegen die we als ‘onprettig’ bestempelen. Deze oefening leert je om met open aandacht aanwezig te blijven, ook bij onaangename sensaties of emoties, zonder direct te oordelen of te willen vermijden.


Oefening 2: Geef het Ruimte (met geur)

Doel: Acceptatie en ruimte geven aan moeilijke gedachten of gevoelens

Uitleg:

  • Kies een geur uit de sensorische doos (bijv. lavendel, munt, koffiebonen).

  • Laat de cliënt de geur in zich opnemen. Vraag hen om op te merken wat er intern gebeurt: herinneringen, gevoelens, gedachten.

  • Gebruik de metafoor:
    "Stel je voor dat deze geur een moeilijke gedachte of gevoel is. In plaats van het weg te duwen, kun je het ruimte geven – zoals je deze geur ruimte geeft om er gewoon te zijn."

Transfer:
Net als een geur kan een gedachte opkomen en weer weggaan, zonder dat we die hoeven te bestrijden. Door ruimte te geven aan moeilijke ervaringen, vergroten we onze psychologische flexibiliteit.


Oefening 3: De gedachtenwolk (met visuele voorwerpen)

Doel: Cognitieve defusie – leren loskomen van gedachten

Uitleg:

  • Kies visuele voorwerpen (bijv. een veer, een knikker, een wolkachtig object).

  • Laat de cliënt kiezen welk voorwerp een terugkerende gedachte symboliseert (bv. "ik ben niet goed genoeg").

  • Leg het voorwerp voor de cliënt en gebruik de metafoor:
    "Zie deze gedachte als een wolk die voorbij drijft. Je hoeft niet in de wolk te wonen – je kunt ernaar kijken."

  • Laat de cliënt beschrijven hoe het is om die gedachte als voorwerp te zien, buiten zichzelf geplaatst.

Transfer:
Door gedachten te externaliseren, zien cliënten dat ze niet hun gedachten zíjn – ze hébben gedachten. In het dagelijks leven kan men zo leren afstand nemen van storende denkpatronen.


Oefening 4: Luisteren naar het Nu

Doel: Mindfulness – volledig aanwezig zijn in het moment

Uitleg:

  • Gebruik geluidsvoorwerpen uit de doos (belletjes, ritselend papier, steentjes in een potje).

  • Vraag de cliënt om zich volledig op het geluid te richten.

  • Laat ze benoemen: begint het geluid plots of geleidelijk? Is het scherp, dof, ritmisch?

  • Breng aandacht naar ademhaling tijdens het luisteren.

Transfer:
In plaats van meegesleept te worden door gedachten of stress, kan men leren zich te richten op wat er nu te horen is – een eenvoudige manier om terug te keren naar het huidige moment.


Oefening 5: Waarden als geurspoor

Doel: Contact maken met persoonlijke waarden

Uitleg:

  • Laat de cliënt geuren uit de doos ruiken (essentiële oliën, kruidnagel, citroen, enz.).

  • Vraag bij elke geur:

    • "Welke herinnering of gevoel roept dit op?"

    • "Wat zegt dit over wat belangrijk voor je is?"

  • Koppel het aan waarden:

    • "Deze geur doet je denken aan je oma – wat waardeer je daaraan? Zorg? Verbondenheid?"

  • Laat de cliënt kiezen welke waarde op dit moment extra aandacht verdient.

Transfer:
Door via zintuigen verbinding te maken met herinneringen, kunnen waarden levend worden. Deze waarden kunnen richting geven in het dagelijks leven, vooral op momenten van twijfel of stress.

 

6. De last en het voelen (met zwaar object)

Doel: Ervaren hoe weerstand de last zwaarder maakt
Uitleg:

  • Laat de cliënt een zwaar of oncomfortabel object (bijv. een ruw of koud item) vasthouden.

  • Vraag: “Wat gebeurt er als je dit probeert weg te duwen of ertegen vecht?”

  • Daarna: “Wat verandert er als je het gewoon vasthoudt en er ruimte voor maakt, zonder te vechten?”

  • Laat de cliënt het object een minuut stil vasthouden, en observeer wat er verandert in houding en ervaring.

Transfer:
Zoals bij dit voorwerp, kunnen ook gevoelens zwaarder worden door weerstand. Acceptatie kan juist ruimte en verlichting bieden.