Handen van karton 100 stuks per verpakking
De kartonnen handen kunnen gebruikt worden voor verschillende ACT oefeningen. Hieronder staan er een aantal uitgewerkt.
Materiaal: karton
Afmetingen: 14 x 12 cm
100 stuks per verpakking
1. Wat je vasthoudt (metaforisch)
Doel: Defusie en acceptatie
Uitleg:
-
Geef elke cliënt een blanco kartonnen hand.
-
Vraag: “Stel je voor dat deze hand de gedachten, gevoelens of overtuigingen vasthoudt waar je moeilijk los van komt.”
-
Laat ze er woorden of symbolen op schrijven van wat ze ‘vasthouden’ (bijv. angst, ‘ik ben niet goed genoeg’, schaamte, boosheid).
-
Laat ze de handen strak vasthouden voor hun gezicht, alsof ze de handen niet kunnen loslaten. Vraag:
-
Wat zie je nog van de wereld?
-
Hoe beweeg je door het leven als je dit zo vasthoudt?
-
-
Vraag dan om de handen op schoot te leggen of naast zich neer.
Transfer:
-
"Soms dragen we onze gedachten en gevoelens zo dicht bij ons, dat we de wereld erdoor filteren. Maar wat als je ze even loslaat, zonder ze kwijt te moeten raken?"
-
Bespreek situaties waarin cliënten hun 'handen' (gedachten/gevoelens) voor hun gezicht houden, en oefen met loslaten of parkeren.
2. Wat geef je aandacht? (focus-oefening)
Doel: Aandachtsflexibiliteit (contact met het hier-en-nu)
Uitleg:
-
Op één hand schrijven ze dingen waar ze voortdurend aandacht aan geven (bijv. zorgen, zelfkritiek).
-
Op de andere hand schrijven ze dingen die waardevol zijn, maar waar minder aandacht naartoe gaat (bijv. vriendschap, creativiteit).
-
Vraag ze: “Welke hand is meestal dominant?”
-
Laat ze vervolgens experimenteren met het wisselen van focus:
-
Eerst 10 seconden naar de ene hand kijken, dan 10 seconden naar de andere.
-
Vraag hoe ze zich voelen bij elke overgang.
-
Transfer:
-
"Je kunt kiezen waar je je aandacht op richt, ook al zijn beide handen (gedachten) aanwezig."
-
Bespreek hoe het bewust richten van aandacht in moeilijke situaties kan helpen om in lijn met waarden te handelen.
3. Waarden vasthouden, pijn meenemen
Doel: Acceptatie + waarden + bereidheid
Uitleg:
-
Laat ze op de ene hand iets schrijven wat pijn doet (verlies, onzekerheid, angst).
-
Op de andere hand: iets wat ze belangrijk vinden (relatie, moed, groei).
-
Vraag: “Zou je bereid zijn deze pijn te dragen als het betekent dat je dichter komt bij deze waarde?”
-
Laat ze beide handen tegen hun hart houden.
Transfer:
-
"Waarden en pijn reizen vaak samen. Als je alleen maar probeert pijn te vermijden, raak je ook verwijderd van wat ertoe doet."
-
Laat ze nadenken over situaties waarin ze bereid willen zijn ongemak te dragen voor iets waardevols.
4. Handen van hulp of steun
Doel: Zelfcompassie en sociale verbondenheid
Uitleg:
-
Vraag cliënten: “Als je een hand op je schouder kon leggen in een moeilijke situatie, van iemand die je steunt, wat zou die hand zeggen?”
-
Laat ze op een hand bemoedigende woorden schrijven vanuit die steunende figuur (of hun eigen compassievolle zelf).
-
Gebruik deze hand als herinnering aan steun, mildheid of een intern anker.
Transfer:
-
"Je kunt leren om ook jezelf die helpende hand aan te reiken."
-
Stimuleer cliënten om de hand te gebruiken als visuele reminder of om in stressmomenten hun hand letterlijk op hun schouder te leggen.
5. Toekomstige handdruk
Doel: Verbinden met waarden en hoop
Uitleg:
-
Laat cliënten zich voorstellen dat ze vijf jaar verder zijn.
-
Vraag: “Als je toekomstige zelf jou een hand geeft, wat wil die jou meegeven?”
-
Laat ze de boodschap van deze toekomstige versie op de kartonnen hand schrijven.
-
Eventueel: Laat ze zichzelf symbolisch de hand schudden.
Transfer:
-
"Je keuzes van vandaag zijn een handreiking naar je toekomst."
-
Bespreek hoe deze hand hen kan begeleiden bij keuzes op korte termijn.